Het dragen van mondmaskers is niet langer verplicht in onze praktijk. 
Wel vragen we je een masker te dragen wanneer je verkoudheidsklachten hebt. 

Gynaecologie

“Lux” is de Latijnse benaming voor licht. Onze ervaren gynaecologen staan voor u klaar om helderheid te bieden omtrent de diverse aspecten van het vrouw zijn. We begeleiden vrouwen van alle leeftijden doorheen de verschillende fases van hun leven.

In onze praktijk kan u bij alle gynaecologen terecht voor een algemeen gynaecologisch onderzoek met gynaecologische echografie.

Dr. An Poppe is bijkomend gespecialiseerd in senologie (borst aandoeningen, berekening van borstkankerrisico), colposcopie (microscopisch onderzoek van de baarmoederhals) en menopauze.

Prof. Dr. Willy Poppe heeft een grote ervaring in de diagnose en behandeling van HPV gerelateerde pathologie, behandeling van abnormale uitstrijkjes, colposcopie en kankerpreventie. Door zijn jarenlange interesse en studies heeft hij een zeer breed aandachtsveld voor gynaecologische problemen.

U kan bij ons terecht voor:

  • Preventief gynaecologisch onderzoek: algemeen klinisch onderzoek met borstonderzoek en gynaecologische echografie, uitstrijkje van de baarmoederhals (met HPV test), colposcopie, screening naar seksueel overdraagbare aandoenigen (SOA), bepaling van het kankerrisico
  • Preconceptie onderzoek en advies bij kinderwens
  • Opvolging tijdens en na een miskraam
  • Geboorteplanning en anticonceptie
  • Gynaecologische problemen
    • abnormale bloedingen
    • problemen met anticonceptie
    • genitale infecties
    • dyspareunie (pijn bij het vrijen)
    • vulvaire problemen
    • urinaire klachten
    • vaginale verzakkingen
    • borstklachten
  • Colposcopie: microscopisch onderzoek van de baarmoederhals, vagina en vulva
  • Menopauze
    • diagnose en behandeling van klachten zoals warmte-opwellingen, vaginale droogte, …
    • nazicht abnormaal bloedverlies

Breng bij elke consultatie steeds uw identiteitskaart en 5 kleefbriefjes van de mutualiteit mee.

Enkele topics uitgelicht

Preventie van baarmoederhalskanker en HPV

Baarmoederhalskanker komt door een langdurige besmetting met een virus, het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus komt veel voor, zowel bij vrouwen als mannen en wordt door seksueel contact overgedragen. De meeste seksueel actieve mensen hebben er ooit wel eens mee te maken. Bijna altijd ruimt het lichaam het virus zelf op, maar soms lukt het niet, bijvoorbeeld door een verminderde weerstand. Bij de blijvende aanwezigheid van HPV kunnen de cellen in de baarmoederhals veranderen en vormt zich een voorloperletsel, een voorstadium van baarmoederhalskanker. Dit is geen kanker en het is gemakkelijk te behandelen zodat het niet ontwikkelt tot kanker.

Baarmoederhalskanker kan voorkomen worden door een HPV-vaccinatie die de besmetting met bepaalde HPV types voorkomt en de vroegtijdige opsporing van de voorloperletsels op de baarmoederhals. De wereld gezondheidsorganisatie (WHO) maakt zich sterk dat er ooit geen baarmoederhalskanker meer zal zijn als alle vrouwen toegang zouden hebben tot de preventie. Het komt erop aan dat HPV-vaccinatie ter beschikking is voor wie het nodig heeft en dat vrouwen met de juiste testen onderzocht worden om de voorloperletsels tijdig op te sporen, zorgvuldig te behandelen en daarna op te volgen.

Het HPV-vaccin wordt tegenwoordig in Vlaanderen gratis aangeboden aan alle leerlingen van het eerste jaar secundair onderwijs. Maar ook oudere meisjes en jongens of volwassen vrouwen en mannen, kunnen nog voordeel hebben om gevaccineerd te worden. Spreek er over met uw arts.

Het uitstrijkje van de baarmoederhals is nog steeds het onderzoek om de voorloperletsels op te sporen. Wij raden aan dat iedere vrouw tussen 25 en 65 jaar om de drie jaar een uitstrijkje laat uitvoeren. Vroeger werden de uitstrijkjes enkel microscopisch onderzocht, maar veel studies wijzen erop dat een test op de aanwezigheid van HPV beter kan aantonen welke vrouwen een voorloperletsel hebben. Daarom laten wij de uitstrijkjes onderzoeken op de aanwezigheid van HPV en met een microscopisch onderzoek. Op basis van de resultaten zijn soms extra onderzoeken nodig, soms een vroegtijdiger herhaling van het uitstrijkje of een colposcopie om met een gedetailleerd nazicht van de baarmoederhals de letsels te vinden en de diagnose correct te stellen. Hiervoor zijn meestal biopten nodig. Wij gebruiken een hoge resolutie colposcoop met beeldopslag in het dossier. Voorloperletsels worden behandeld met een kleine ingreep, een LLETZ-conisatie doorgaans onder lokale verdoving, waarbij de zone met de letsels verwijderd wordt. Dit leidt niet tot een verminderde vruchtbaarheid of heeft geen effect op de uitkomst van een latere zwangerschap.

HPV-ziekten beperken zich niet tot de baarmoederhals alleen. Als gynaecoloog kijken wij ook de vagina en schaamlippen na om op die plaatsen letsels op te sporen, maar ze zijn minder frequent en het kankerrisico is dan ook kleiner.

Vulvaire aandoeningen

Veel vrouwen, zowel jonge meisjes als oudere vrouwen, hebben last van vaginale of vulvaire ongemakken, maar de drempel om er over te spreken is soms hoog zodat vrouwen lang met klachten blijven rondlopen of zichzelf behandelen met allerlei middelen die vrij te koop zijn. Irritatie, jeuk, branderigheid, abnormale vaginale afscheiding of geurhinder, een lokale zwelling of huidvlek en pijnlijk seksueel contact zijn frequente klachten. De kwaliteit van het leven en de seksuele relatie kunnen er erg onder lijden. 

De oorzaken van de klachten zijn velerlei en het is belangrijk om de preciese diagnose te stellen. Vaginale infecties, maar ook huidziekten kunnen verantwoordelijk zijn. 

Daarenboven kan een overmatige intieme hygiëne de klachten veroorzaken. Wij gebruiken verschillende onderzoeken (vulvoscopie, laboratoriumanalyses, soms huidbiopten) om tot de correcte diagnose en behandeling te komen. Soms is er ook overleg nodig met een huidspecialist, seksuoloog of bekkenbodem kinesist.

Bloedingsklachten

Abnormaal bloedverlies heeft een frequent voorkomen. Men schat dat 10 tot 25 % van de vrouwen er mee te maken heeft. Het abnormaal vaginaal bloedverlies treedt op verschillende manieren op. Het is er soms plots of het is al langer bezig. Het kan gaan over cyclusstoringen (onregelmatige of te frequente of afwezige menstruele bloedingen), te veel of te lang bloedverlies (verlies van klonters, frequente wisseling van verbanden, bloedarmoede zijn hiervoor kenmerkend), tussentijds bloedverlies, bloedverlies na het vrijen, onverwacht bloedverlies onder hormonale therapie of anticonceptie, bloedverlies na de menopauze of bij het jonge meisje. 

De oorzaken zijn zeer variabel en het komt er voor de gynaecoloog op aan om met een aantal onderzoeken de juiste oorzaak op te sporen om tot een correcte behandeling te komen. De oorzaken kunnen te maken hebben met lokale letsels in de genitale organen (vulva, vagina, baarmoederhals en baarmoederlichaam). Maar ook algemene oorzaken zijn mogelijk: een beginnende zwangerschap, hormonale storingen van verschillende aard (puberteit, overgang, het polycystisch ovarieel syndroom, hyperprolactinemie, schildklierpathologie, …), stollingsziekten, medicatie, en combinaties van oorzaken.

De opsporing van de onderliggende oorzaak is gebaseerd op klinisch onderzoek, echografie, maar soms ook laboratoriumanalyses of andere meer gespecialiseerde onderzoeken in de praktijk of in het ziekenhuis.

De behandeling is afhankelijk van de oorzaak maar vaak gebaseerd op medicatie en soms een heelkundige interventie. De behandelingsmogelijkheden zijn tijdens de laatste jaren groter geworden zodat invasieve heelkunde meestal vermeden kan worden.

Anticonceptie

Anticonceptie betekent: tegen conceptie of tegen bevruchting. Niet elke methode is even betrouwbaar. Daarom is een raadpleging nodig om zich te informeren en uiteindelijk voor de juiste of een betere methode te kiezen.

Om een ongeplande zwangerschap te voorkomen bestaan er verschillende methoden, die min of meer betrouwbaar zijn indien ze goed toegepast worden. Geen enkele methode is voor 100 procent veilig, maar sommige methoden benaderen dit wel. Niet elke methode past voor iedere vrouw. Soms zijn bepaalde methoden om medische redenen niet mogelijk of veilig genoeg. Soms wordt een methode niet verdragen terwijl ze ideaal is voor een andere vrouw. De pil (onder verschillende vormen en doseringen: de combinatiepil, de minipil), een ring in de vagina, een hormoonpleister, een hormoonstaafje in de bovenarm, verschillende soorten spiralen, timing door temperaturen of urinetesten, condooms voor mannen en vrouwen zijn beschikbaar. 

De natuurlijke of klassieke methoden zoals periodieke onthouding, middels temperaturen, zelfcontrole van het slijm van de baarmoederhals of urine ovulatietesten, zijn in de praktijk niet zo betrouwbaar en moeilijk toepasbaar bij onregelmatige cycli. 

Het dagelijks gebruik van de pil is betrouwbaar indien het gebruik stipt is en er geen interfererende omstandigheden zijn zoals gebruik van sommige medicatie of bariatrische heelkunde (operaties om te vermageren). Faling van de pil heeft vaak hiermee te maken. 

Condooms zijn enkel betrouwbaar bij een correct gebruik. 

Borstvoeding alleen is niet voldoende, zeker niet wanneer de eerste maanden na de geboorte voorbij zijn. Daarna kan er onder borstvoeding een eisprong optreden. 

De meest betrouwbare methoden zijn de methoden waarbij de vrouw zelf niets moet doen: de sterilisatie, de spiralen, het hormoonstaafje en de prikpil.

De spiralen behoren tot de meest betrouwbare methoden en hebben het voordeel dat de betrouwbaarheid niet afhankelijk is van de stiptheid van de vrouw of van medicatie. Het klassieke koperspiraal en het hormoonspiraal zijn ongeveer even betrouwbaar. Hun werkingsduur is minstens vijf jaar, maar sommige spiralen zijn nog langer werkzaam. Voorwaarden om veilig een spiraal te hebben, zijn: niet zwanger zijn, geen infectie in de vagina of de baarmoederhals bij de plaatsing, een normale baarmoeder hebben. Een vooronderzoek is dus wenselijk. Een spiraaltje wordt op de raadpleging geplaatst en bij voorkeur op het einde van de regels of net erna (binnen de 7 tot 10 dagen na start van de menstruatie).

Een hormoonstaafje is 4 centimeter lang en geeft een constante hoeveelheid progesteron af zodat een eisprong voorkomen wordt. Het wordt door de arts onder lokale verdoving ingebracht in de onderhuid van de binnenzijde van de bovenarm en kan drie jaar blijven zitten. Het staafje is betrouwbaar maar onregelmatige bloedingen zijn niet zeldzaam. 

Ook de prikpil is betrouwbaar maar geeft aanleiding tot meer neveneffecten. Er wordt om de drie maanden een injectie gegeven in de spier en dit veroorzaakt een stop van de eisprong en de menstruele cyclus. Na enkele injecties blijven de maandstonden uit. Een nadeel is dat de menstruele cyclus zich niet altijd snel herstelt na de laatste injectie. Soms zijn hiervoor enkele maanden wachttijd nodig.

Definitieve methoden, een sterilisatie van de man of de vrouw zijn bespreekbaar indien de zwangerschapswens zeker en definitief vervuld is. De sterilisatie van de man gebeurt onder lokale verdoving en de zaadstrengen worden onderbonden. Dat heet een vasectomie. Daarna moeten er nog sperma controles gebeuren vooraleer men veilig is. De sterilisatie van de vrouw gebeurt onder algemene verdoving met een kijkoperatie (laparoscopie). De eileiders worden afgesloten door het plaatsen van en clip of door het volledig verwijderen van de eileiders (hetgeen de kans op eierstokkanker verkleint). 

Indien anticonceptie vergeten werd, of niet goed gebruikt is, is het mogelijk toch nog de kans op een zwangerschap te verkleinen met een noodpil (de ‘morning-afterpill’). Deze pil bevat een progesteron hormoon of receptor modulator en moet zo snel mogelijk ingenomen worden na het onbeschermd seksueel contact. Het kan drie tot maximaal vijf dagen na onbeschermd vrijen nog effect hebben. De apotheker kan deze noodpil zonder voorschrift afleveren, dus zonder voorafgaande raadpleging bij een arts. De inbreng van een koperspiraal  binnen de vijf dagen is ook een alternatief. Indien met langer dan vijf dagen wacht, is noodanticonceptie niet meer mogelijk. Dan is het wachten op de menstruatie en bij twijfel een zwangerschapstest te doen. Bij een ongewenste zwangerschap heeft het koppel de tijd om na te denken en er met de arts over te spreken.